2016년 4월 28일 목요일

Multatuli 3

Multatuli 3


ongetwijfeld, ge hebt gelijk, Multatuli's werk behoort tot--want het
heeft den oorsprong gevormd van,--de school van Multatuli. Jawel,
begrepen, maar zoo is de bedoeling niet. De produkten der weinige
navolgers, wier werk eenige grove verwantschap met dat van Multatuli
vertoont, zijn,--hierover bestaat geen verschil van opinie--dermate
onbeteekenend, dat hun bestaan niet de moeite waard is om erkend
te worden.
 
Neen, Multatuli's werken behooren, al naar de verscheidenheid van hun
aard, tot verschillende letterkundige-scholen, waarvan de meesters,
of, zoo men wil, de voornaamste vertegenwoordigers, niet moeilijk te
noemen zijn.
 
Het is hier niet de plaats om in veel details van vergelijking te
komen, noch om door een abstrakt theoretisch en te algemeen kritisch
vertoog deze bewering uitvoerig te staven, daar het alleen te doen
is om eene omschrijving van Multatuli's genialiteit, in verband met
zijne beteekenis voor de letterkunde.
 
Wij willen evenwel eenige voorbeelden noemen. Woutertje Pieterse is
een der beste voortbrengselen van Multatuli's pen. Er worden zelfs
vele lezers gevonden, die Woutertje Pieterse boven de Camera obscura
van Hildebrand verkiezen. Deze novelle wordt geprezen om haar humor
en melancholie, om haar treffend juist weergeven van wat er omgaat
in een jongensziel. De heer Swart vindt in de betrekking tusschen
Woutertje en Juffrouw Laps aanleiding om Multatuli van een overdreven
penchant voor het lubrieke te beschuldigen. Hij vindt dat hieruit
een ziekelijke toestand van de sexueele centra in de hersenen des
schrijvers blijkt. Bij deze inderdaad geheel onverdedigbare meening
willen wij echter niet stil staan. Want, indien men zich aan zulk een
oordeel wilde houden, zoude men om dezelfde reden minstens de helft
der grootste schrijvers van alle tijden als aan dezelfde ziekte lijdend
moeten beschouwen en hunne voornaamste voortbrengselen verwerpen. Wij
scharen ons aan de zijde van hen, die, hun oordeel alleen baseerend
op overwegingen van zuiver letterkundigen aard, Woutertje Pieterse tot
het schilderachtigste en krachtigste, hartigste zouden we haast zeggen,
proza rekenen, dat in deze eeuw in ons land is gemaakt. Doch, bij het
uitspreken van lof, is er meer dan éen voorbehoud te maken. Vooreerst
paste het wel geheel en al in Multatuli's eigenaardig genre om de
novelle als eene causerie in te richten en telkens den draad van
het eigenlijke verhaal, het weefsel der voorstelling, af te breken,
om zich, naar aanleiding van een in het verhaal voorkomend woord,
in beschouwingen van allerlei aard te verdiepen, die met het geval,
waarmede de lezer werd bezig gehouden, eigenlijk niets hoegenaamd
te maken hadden, of ten minste, door op zijn denkvermogen in plaats
van op zijn verbeelding te werken, het genot verstoorden, dat hij
vond in het zich inleven in den toestand, in het medeleven met het
verhaal als ware het een werkelijkheid, waarin hij, de lezer, zelf
was geplaatst; vooreerst dus, al paste deze wijze van doen wel in
Multatuli's intuïtief stelsel, kunnen wij, noch langs den weg van het
gevoel, noch langs dien der redeneering, eene verontschuldiging voor
deze arbitraire handelwijze vinden. En ten anderen--hetgeen ons naar
ons punt van uitgang terugvoert,--is Woutertje Pieterse, in weerwil
harer betrekkelijke oorspronkelijkheid, in weerwil van het feit,
dat de krachtige individualiteit van den schrijver zich hier niet
minder onbetuigd laat dan in welk der overige werken ook, waar men die
ook openslaat, eene novelle pur sang uit de school van Dickens. Men
herinnere zich slechts Woutertje op het kantoor en Woutertje in de
jodenbuurt, om de manier van Dickens, in al haar schilderachtigheid,
haar humor, haar door de aanschouwelijkheid van het proza als 't
ware heendringend vrouwelijk, moederlijk gevoel van medelijden met
de kleinen, zwakken en hulpbehoevenden onder de menschen, te herkennen.
 
Multatuli heeft zelf Woutertje Pieterse een "epos" genoemd. Deze
bewering mag evenwel niet als een uitspraak van letterkundige kritiek
opgevat worden. Multatuli schreef haar zoo maar neder, zonder er
verder over na te denken. Hij wilde alleen, door het gebruiken van een
groot, aanzienlijk en geleerd woord, te kennen geven, dat Woutertje
eene zeer bijzondere en mooie verschijning was in de Vaderlandsche
letterkunde. Hierin had hij trouwens het grootste gelijk. Maar een
epos, neen, dát is het niet. Woutertje Pieterse is alleen daarom
reeds veeleer het tegenovergestelde van een epos, wijl het geheel den
hoogen, onpersoonlijken, sereinen, d. i. kalm-zuiveren stijl mist,
die een proza- of dichtstuk tot een epos maakt. Deze novelle derft
ook het langzame en zekere in de kompositie, het egale, gelijkmatig,
harmonieus samengestelde, dat epische kunst pleegt te kenmerken. Het
is een prozawerk met horten en stooten, zeer ongelijk van waarde in de
verschillende gedeelten, gemaakt door een schrijver, die er maar op
los schreef zonder vooraf een plan of schema te beramen niet alleen,
maar ook zonder dat, gelijk b.v. bij George Sand geschiedde, het werk,
gedurende het schrijven, tot een geheel vol evenwicht zich vormde.
 
Ongetwijfeld had Multatuli van Dickens, van wiens werken de geheele
Europeesche en Amerikaansche atmosfeer toenmaals was gesatureerd,
veel gelezen en voegde zich bij de leerlingen van den grooten
Engelschman zonder daar zelf iets van te vermoeden, want zoowel uit
zijn eigen intieme uitlatingen daaromtrent in de Brieven, als uit
zijn buitensporige zelfverheffing in zijn voor het publiek bestemd
werk, blijkt, dat hij een critischen blik op zijn eigen arbeid in
't geheel niet bezat.
 
De Multatulianen, voor zoover die van dit opstel kennis mochten nemen,
zullen wellicht beweren (in welke bewering het niet bepaald onmogelijk
is, dat zij het volste gelijk hebben): Multatuli heeft juist nooit
iets van Dickens gelezen. Dit is een bekend antwoord van vrienden van
groote schrijvers, die rangschikking van het voorwerp hunner vereering
in eene letterkundige school als eene mishandeling, of verkleining
ten minste, van hun vereerde beschouwen. Wij zijn echter gevrijwaard
voor het treffen van zulk eene bewering, door onze, eenige bladzijden
vroeger uiteengezette theorie omtrent de onbewuste oorspronkelijkheid.
 
Behoort Woutertje Pieterse en in 't algemeen al het realistische
novellistische proza van Multatuli, al het proza waarin hij
beschrijvend optreedt, tot de Engelsche school, zonder dat er
eenige Fransche invloed in is te bespeuren,--in zijn poëtische,
lyrische stukken, hetzij in prozavorm, hetzij in versmaat, worden
sprekende trekken van verwantschap aan de Duitsche letterkunde waar
genomen. Saïdjah's minnelied, Het gebed van den onwetende zijn uit
de Duitsche school, waarin Heine de eerste plaats bekleedt. Het is
dezelfde weemoed, het is dezelfde gevoels-twijfel (in tegenstelling
tot wijsgeerigen twijfel) aan "God", aan het "bestaan van een God",
die de Germaansche poëzie en de Germaansche muziek van vóór de
Wagner-periode, in onvergelijkelijk schoone beelden en geluiden over
de wereld heeft uitgestort.
 
Over de oorspronkelijkheid van Multatuli's anti-theologische
denkbeelden behoeft niet uitgeweid te worden. Het voegt niet, om
op deze plaats in vraagstukken van godsdienstleer en wijsbegeerte
zich te verdiepen, en dat Multatuli in dit opzicht aan de wereld een
nieuw stelsel zou hebben geschonken zal trouwens door geen serieus
mensch worden volgehouden. Voltaire, Strauss, Renan, in deze namen
koncentreert zich de historische anti-theologie der laatste anderhalve
eeuw en Multatuli's onuitwischbare verdienste zal het blijven deze
polemiek uiterst talentvol in Nederland te hebben gelokaliseerd.
 
 
 
Nu wij getracht hebben de bewering, dat Multatuli wat "de algemeene
wijze van voorstelling in zijne letterkundige en den inhoud zijner
wijsgeerige voortbrengselen" aangaat, niet bij de schrijvers
geschikt moet worden, in wier persoonlijkheid eene letterkunde
of wijsbegeerte haar oorsprong of kulminatiepunt vindt, door eenig
betoog te rechtvaardigen, rijst de vraag ter beantwoording: waarin
dan wèl Multatuli's originaliteit en dus zijne hooge verdienste en
bijzondere beteekenis voor de letterkunde gelegen is.
 
Het antwoord kan niet twijfelachtig zijn: het begrip van het
individualisme van den letterkundigen kunstenaar als zoodanig heeft
Multatuli in de Nederlandsche letterkunde gebracht, en de praktijk
van dat begrip door niets minder of meer te doen dan onze taal te
hervormen, eene ziel te brengen in onze taal en in onze letterkunde,
die, ook door mannen als Busken Huet voor ten doode gedoemd werd
gehouden, onmachtig als zelfs Huet was haar een nieuw leven te geven.
 
Naar onze meening zoude men zich Multatuli's eerstgenoemde verdienste,
het essentiëele onderscheid tusschen hem en zijne de pen voerende
tijdgenooten, en daarom tevens zijne essentiëele grootheid, als volgt
kunnen voorstellen. De andere schrijvers, de gewone schrijvers, die
vóór Multatuli's optreden en tijdens zijne gerucht-makende prouesses
aan het woord waren geweest en aan het woord waren, vroegen zich, toen
zij de neiging in zich gevoeld hadden om letterkundigen te worden en
toen de tijd dáar was om aan die neiging gehoor te geven, àf: hoe moet
ik nu doen? op welke wijze is het gebruikelijk letterkundige te zijn,
hoe treedt men in 't algemeen op, hoe denkt men, hoe spreekt men,
hoe schrijft men? hoe wil het vak het? op wat voor manier pleegt het
vak der letterkunde beoefend te worden? Deze menschen beschouwden de
letterkunde als eene soort hofhouding, waarvan zij de manieren en de
étiquette moesten kennen, om er zich behoorlijk te gedragen, anderen,
van minder allooi, beschouwden haar meer als eene boerenkolonie,
waarvan zij de gebruiken en den tongval moesten leeren alvorens zich er
gepast te kunnen voordoen. Niet alzoo Multatuli. Deze voelde zich een
koning in eigen ziel en de étiquette, regelrecht door die gebiedende
ziel voorgeschreven, was de eenige, die hij als wettig erkende: naar
háre voorschriften moest hij zich gedragen, naar háre stem alleen
luisteren. Zijn tongval regelde zich naar zijn harteslag, en de
eenige gebruiken, die zijn pen als eerbiedwaardig had na te komen,
waren de vorstelijke luimen zijner fantasie, en de aanbiddelijke
grillen zijner gemoedsstemmingen.
 
Hij vroeg niet naar wat men deed, hoe men dacht, hoe men sprak,
hoe men schreef, hoe men handelde. Hij schreef zooals hij sprak, hij
sprak zooals hij dacht, en hij dacht steeds hartstochtelijk. Zijne
ziel noch zijne taal kon hij kanaliseeren volgens de overgeleverde
stelregelen, zooals de kalme wateren van anderer ziel en taal dat
zoo gemakkelijk en bereidwillig konden. Hij nám geen voorzorgen, hij
nám daarvoor geen maatregelen, maar al had hij ze genomen, ze zouden
vruchteloos gebleven zijn tegen den machtigen drang der ontembare ziel,
die als een breede snel vlietende stroom nú, en dán weder als een
neerdonderende waterval, zich baanbrak door de wetten en konventiën
van de maatschappij zoo wel als van de orthographie, de grammatica
en de syntaxis, vergruizelend en verder in zijn vaart meevoerende
wat waagde hem te weerstaan of hem onwillekeurig in den weg stond.
 
Een der beste bladzijden van Multatuli is zijn vermaarde
beschrijving--een gedicht in proza--van de overstrooming van den
Indischen bergvliet, die, ten bate der slachtoffers van die ramp,

댓글 없음: